spraak over de deugdelijkheid, uitvoerbaarheid en nuttig heid der genoemde onderneming zoude onderwerpen aan de hollandsche waterbouwkundigen. Werkelijk is dan ook een gezant van wege dien vorst te 's Hago aangekomenmot verzoek aan onzen geëerbie- digden Koning om eeno commissie to willen benoemen uil 's rijks waterstaat, ten einde te onderzoeken, of het plan die waarde heeft, welke de inzenders aan hetzelve toeken nen, waartoe aile desbetreffende plannen, siluatie-leekenin - gen, inlichtingen, enz., voorloopig overgelegd zijn, om daaruit op te maken een rapport aan den genoemden vorst, zijnde van hunne goed- of afkeuring hot al of niet verleo- nen der concessie afhankelijk gesteld. Onlangs hield in eene bijeenkomst van afschaffers te Inverness, in Schotland, een der aanwezigen de volgendo redevoering: Mijne vrienden, drie maanden geleden legde ik de gelofte van onthouding van sterken drank af. (tee- kencn van goedkeuring). Eene maand later had ik reeds een goudstuk in den zakhetwelk mij, zoo ver ik mij her inner, nooit te voren overkomen was (luide bijval). Toen er wederom eene maand vervlogen was had ik een goeden rok aan het lijf, waar ik vroeger niet aan denken kon (lang durig handgeklap). Veertien dagen daarnakocht ik mij eene doodkist fde toehoorders keken verwonderd bij deze woorden en trokken gcziglcn). Gij zijt verwonderd, mijne vrienden, ging de spreker voort en vraagt waarom ik deze doodkist gekocht heb. Alleen daaromomdat ik stellig overtuigd was, dat ik haar noodig zoude bobben, ais ik mijne gelofte nog 14 dagen langer hield 1 De koning van Pruissen heeft den 3den dezer te Keu len met groote plegligheid den eersten steen gelegd voor de vaste brug, welke aldaar over den Rhijn gebouwd zal wor den, hoofdzakelijk om do spoorwegen der beide Rhijnoovers met elkander te verbinden. De koning heeft te dier go- O O legenhcid de volgendo aanspraak gedaan: Mijne heeren! De goddelijko genade heeft ons vergund dit werk in het genot des vredes to mogen beginnen. Laat ons bidden dat God ons vergunne, hetzelve in vrede to mogen voort zetten, dat bet ten eeuwigen dage onaantastbaar blijvo, en dat lang voor dal do laatste steen er aan gelegd wordt, cok aan geheel Europa de vrede moge zijn wedergegeven." Brieven uit Washington te Frankfort ontvangen melden, dat de Sondtol-kwesïio aldaar zeer ernstig wordt opgenomen. Daarin wordt verzekerd, dat het kabinet van Washington besloten heeft, om het bestaande tractaat op te zeggen, en eene verdere verpligting van noord-amerikaansche burgers tot betaling van dien tol, niet langer Ie erkennen, en zich tegen dwangmaatregelen met alle magt te verzetten. De oorlogsvloot der Amerikanen wordt in die brieven opgegeven als te beslaan uit 100 vaartuigen met ongeveer 2400 kanonnen; doch op Toet van oorlog is dezo magt aanzienlijk grooter, daar vele koopvaardijschepen zóó ingerigt zijn, dat zij binnen korten tijd tol den strijd kunnen worden gebruikt. De koopvaardijvloot der Ver. Staten bestond bij den aanvang van het Ioopende jaar uil 30,000 schepen van meer dan 4| millioenen tonnen inhoud. Volgens hetgeen aan de Indépendance Beige uit Parijs geschreven wordt schijnt de toestand waarin Sebastopol door do geallieerden gevonden ishen to hebben doen afzien van het voornemen om die stad te sloopen. In Frankrijk en en Engeland (zoo schrijft een correspondent van dat blad) zijn handwerkslieden van onderscheiden ambachten als met selaarsslotenmakers, timmerlieden, schrijnwerkershuis schilders door het gouvernement in dienst genomen en naar Sebastopol gezonden. Hunne taak is die stad door repara- tien en herbouwing weder in den staal te brengen, waarin zij vóór den oorlog was. Reeds is een groot aantal van dio werklieden in zeeen over eenige maanden zal men Sebas topol uit zijne puinhoopen zien herrijzen als een half en- gelsche en half fransche stad. Dit bewijst voorzeker, dat men te Londen cn te Parijs het plan niet heeft om de Krim te ontruimen, maar integendeel om zich in dat schiereiland te vestigen." Do Constitulionnel zegt een brief uit do Krim ontvan gen to hebben, welken den naam mededeelt van den soldaat die het eerst de fransche vlag op den Malakofftoren geplant heeft. Het is een onderofficier van het le regement Zouaven een Parijzenaar, genaamd Eugeno Libaul. Deze vlag was het vaandel van den generaal Mac Muhon en de verschijning er van op den Malakoff was hel afgesproken lecken voor den aanval legen de overige russische werken. De generaal overhandigde hem zelf dit vaandel met dezo woorden: Dit is het signaalvaandelvertrek.' En bij ijlde het eerst uit de loopgraven. In de orawallingsgracht gekomen, werd do onderofficier door een hevigen steenworp getroffen, hetgeen hem echter niet belette zijn klimmingswerk le volbrengen ouder een regen van allerlei projeclillen. Naar luid van do Patrie, bleef er geen twijfel over of de op handen zijnde operalien der geallieerden zouden zich daar henen trekken, om prins Gortschakofl te noodzaken met zijne legermagt naar de landengte van Perekop terug te trekken. Slechts 2 divisieneene fransche en engelsche, hadden bezit genomen van Sebastopol. Hel overige gedeelte des legers, bestemd om deel te nemen aan de operatien, was verdeeld in twee groote korpsenhet eene, 80000 man sterk, en onder het bevel van den maarschalk Péiissicr staande, zoude belast zijn met het aantasten der Russen, terwijl hel andere, onder den generaal Simpson, aan de Tschernaya zoude blijven en eene reserve uitmakendio Balaklava, Kamiesch en Sebastopol dekte. Uil do jongste beriglen blijkt, dat van de Russen zeker niet minder dan 20,000 man builen gevecht zijn geworden, zoowel ten gevolge van het jongste bombardement als bij do bestorming, welko Sebastopol ten val heeft ge- bragl. Een groot aantal gevangenen, waaronder zich ver scheidene generaals bevinden, is le Konslantinopol aan gekomen. De bijzondere brieven, welke dezer dagen uit de Krim zijn aangebragl, behelzen vele bijzonderheden nopens het bezeilen van Sebastopol door do Franschen. Des morgens van den 9don toen men ontwaarde, dal de Russen de stad ontruimd hadden, ging uit hel geallieerde leger een vreugde-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1855 | | pagina 2