door 't huwelijk voor altijd onder de bcsebermjng yan haar gelukkigen redder gesteld. Eeno euveldaad gelijk zij anders slechts op den klas sieken bodem yan Komagna gelukt, is onlangs in Lombardijo gepleegd. De dilligence yan Mantua naar Gremoma werii tussclien Piailena en Gieognolo door eene gewapende roover- bende overvallen en geplunderd. Twaalf dezer bandieten omringden den wagen, verwondden den postiljon doodelijk, berooiden do zes passagiers, waarondor eene dame, sloegen de koffers stuk en eigenden zich daaruit 35,000 lire toe. Andere hunner genooten bleven op eenigen afstand en wis- seldeu leckens met do aanvallers. De postiljon werd halfdood naar een huis gebragten men weet niet wal van hem geworden is. De pastoor van St. Imerio in Cremona werd uit den wagen gesleept en met vuistslagen erg toegetakeld met do overige passagiers ging men zachter te werk en hielp hen zelfs o;n weer in hol rijtuig te komen. Iu den nacht van den 12den hebben talrijke patroeljes de omstre ken doorkruist, en men hoopt do roovers op het spoor te komen. Verscheidene der op Jersey gehleveno uitgewekenen waaronder Viclor Hugo, Ch. Hugo, Fulbert Martin, de hongaarsche graaf Alex, Telcki en de voormalige officier in oostenrijksche dienst Wiesener, hebben eeno proclamatie openbaar gemaakt, waarin ouder andereu het volgende voorkomt: Drie bannelingen zijn Jersey verdreven. Dat is eene gewigtige gebeurtenis. Wie stond daarbij op den voorgrond? Do engelscho regering. Doch wie was do eigenlijke aanlei ding daarvan? De fransche polieïe, Het bewijs is geleverd, dat do coup tFélat diep in de vrijheid van Engeland heeft ingegrepen. Engeland is zoover gekomen het verbant bannelingen. Nog eene schredo verderv en Engeland wordt een aanhangsel van hel fransche keizerrijk. Onze vrienden zijn heengegaan, hunuo uitzetting is thans een feit. De toekomst zal deze daad in het ware daglicht stellen, wij bepalen ons derhalve alleen haar mede te deelen." Hierop volgen eene menigto aanvallen op keizer Napoleon. De fransche Monilcur geeft eene lijst van da voorwer pen die, behalve eene menigte ijzeren eu bronzen vuurmon den van allerlei kaliber, door de geallieerden in Sebastopol gevonden zijn. Zij vermeldt onder anderen 407,314 kanons kogels; 101,755 stuks holle projectilen; 24,080 schroot- bussen; 202,428 kilogrammen buskruid; 630,000 geweer patronen, waaronder 470,000 in goeden staat; 730,000 kilogrammen stuaffjzcr en staal; 2000 ton steenkolengruis; 50,000 kilogrammen oud touwwerk, 25,000 kilogrammen nieuw louwweik, voor verschillend gebruik; eene groote hoeveelheid oud ijzer, nieuw en oud koper, en wat dies meer zij. Voorts zijn gevonden vele weiktuigen; stoomma chines; 500 ankers; 500 ten gewïgls aan brood; 150 ton meel9 ton garst117 ten boekweit; 18 ton haver; 54 ton gierst; 20 ton tarwe; 1| ton erwten; 60 ton pekel- vleesch en buitendien 500 quarler gezolderde tarwe. -Na het bezetten van Kinburn hebben de in Eupaloria verernicde strijdkrachten der bondgcuoolenten getale van 30- a 40,000 maneene krijgsbeweging in het binnenland valide Krim ondernomen, eu zijn zij op den 22steu naar de zijde Tan Tulatl, bezuiden het meer vau Sask, en op den groolen weg naar Simferopol voortgerukt. Den 23sten waren zij tot op de hoogte van Achaga-Djamin gevorderd, doch hebben zijzoodra zij de russische lansiers op hunue linkerflank hadden bespeurdden terugtogt aangenomen en achter de Artatesehi post gevat. Volgens deze berigten was den 23slen bij Kinburn en Nikolajef niets merkwaar digs voorgevallen. Uil Berlijn wordt aan do Kölnische Zeitung geschreven: In onze militaire kringen beschouwt men do vermeeste ring yan Kinburn door de geallieerden als eene gebeurtenis van veel gewigt. Met liet bezit van dat punt hebben de gealliëerden den sleutel verworven voor alle verdere operatieu tegen Cherson, Otschakofl, Nikolajef en Odessa; de Russen, weike ten gevolge daarvan op al die punten eenen aanval moeten verwachten, kunnen uit dien hoofde hunne positien niet verlaten en zijn in de onmogelijkheid, versterkingen naar de Krim te zenden. Aan eeuige verdere onderneming van belang, die van Kinburn uit beproefd zou wordeo, gelooft men bier niet; maar men is van oordeel dal het hoofddoel van het bezetten van Kinburn juist geweest is, do russische troepen in de omliggende steden en legerkampen in toom to houden en de operalien in de Krim gemakke lijker te maken. En met opzigt tot deze laatste oordeelt men het door de gealliëerden behaalde nieuwe voordeel zoo belangrijk, dat men de kansen voor eene vrijwillige ont ruiming der Krim door de Russen of voor eene algcbeela vermeestering derzeive door do geallieerden als aliezins vermeelderd beschouwt." Een dergenen die Sebastopol kort na de inneming bezocht hebben, meldt hel volgendeDe weg van Woronzofl leidt op het einde, tusschen steile heuvels ingesloten, naar de haven van Sebastopol. Het eerste gebouw waarop men aankomt, was ter regterzyde van het russische steenen voorposlenhuislinks bevonden zich do bouwvallen der land huizen, omgeven van overidijfselen van tuinen, dio met hunue jonge boompjes en nederige struikjes nogtans, ondanks de verwoesting, daar hel oog hier weinig groen ontmoet, eenen aangenarnen indruk maakten. Digi bij hel water bevonden zich ontzaggelijke kogelhoopen, en lange ryen, zwarte, ijzeren kunonen, van welke er verscheiden gespron gen waren, andere uitgeschoten schenen te zijn, Ik was op do oostelijke, engclsche zijde der stad, van waar men do westelijke, fransche, ofschoon hooger gelegene, voldoende overzien kan. De bouwvallen der voorstad waren door de Russen in batterijen veranderd cn tusschcn beiden zag men do vuurmonden door voormalige vensters liggen, De eerste berigten maakten melding van cenige sloomers die de Russen gered hadden, en van verschoond gebleven deelen der stad. Men zag gezonken tn verbrande schepen, maar van onbeschadigde kon ik niets zien. Van de stad zelve is let terlijk geen huis onbeschadigd gebleven; de bouwvallen zijn het volledigst toonbeeld der verwoesting, en de aanschouwer leert verslaan wal het zegt: geen sleeu op den anderen to kien, Waar waren alle groote schoono witte vorstelijks

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1855 | | pagina 2