gouden galon, ter breedlo van omstreeks 6 duim. Voor
schout-bij nacht hetzelfde, breed omstreeks 4 duim. Voor
kapitein Ier zee 4 gouden kabels. Voor kapitein-luitenant
ter zee 3 kabels, waarvan de twee buitenste goud en de
binnenste zilver. Voor luitenant ter zee 1ste kl. 2 gouden
kabels, en voor luitenant ter zee 2e kl. 1 gouden kabel.
Voorts mag bij den jas geen steek gedragen worden en wordt
op de pet geen galon meer gevoerd doch is deze voor allo
rangen voorzien van 2 gekruiste ankers onder een kroon,
n o
met daar om heen sterretjes, naar gelang der rangen.
Dezer dagen had te Hattem een droevig ongeluk
plaats. Twee jongens hadden zich op hel zeer dunne ijs
der Waa, nabij den Zwijnenburg gewaagd. De vrouw van
J. L. Bultman dit ziende, roept legen haren man of ook
hun jongen daarbij zou zijn. Deze begeeft zich onmiddelijk
derwaarts en zag dat beide jongens, waaronder hij welligt
zijn kiud herkende, door het ijs zakten. Terstond liet hij
zich een ladder en eene haak brengen en begaf zich daar
mede op het ijs; doch ook hij geraakte in het water. De
andere jongen riep toen zijn grootvader die aan de
andere zijde der Waa stond, te hulp, waarop de oude
man zich mede met een ladder op het ijs waagde om de
redding te beproeven doch ook door het ijs zakte. Alle
middelen om de drenkelingenlo redden, bleven vruchteloos
do vader en de beide jongens zonken in de diepte en hunne
lijken werden eenigen tijd later opgevischt. Wel slaagde
men er in den grootvader van 76 jaren, nog levend uit het
water te halen doch ook deze overleed weinige oogonbhk-
ken later, ondanks de onmiddelijk aangewende geneeskun
dige hulp.
In het aanslaande jaar 1856 is een belangrijk hemel
verschijnsel te verwachten. De terugkomst wordt namelijk
te gemoet gezien van do groolo komeet van hel jaar 1556,
die destijds alle geleerde pennen in beweging braglen het
bijgeloovig volk met schrik en angst sloeg. Met betrekking
lot het juiste tijdstip der verschijning zijn de slerrekundigen
het nog niet geheel eens; de terugkeer dier komeet om de
drie honderd jaren is echtervolgens henzoo goed als
zeker.
Voor eenige dagen stond een londensch kruidenier
voor het gereglshof van Weslrainsler teregtdie wegens
bigamie aangeklaagd was. Beide vrouwen waren tegenwoor
dig. De eerste verscheen als aanklaagster. Doch de pro
cureur van den aangeklaagde verwierp haar getuigenis
daar zij als vrouw van hein, naar de bepaling der wet,
niet gehoord kon worden. De vrouw bepaalde zich alsloen,
hare huwelijksacte over te leggenhetwelk de regter als
bewijs niet voldoende vonddaar het eedelijke getuigenis
ontbraken zoo werd de beschuldigde van do aanklagt
vrijgesproken.
De vredelievende geruchten winnen te Parijs en Lon
den veld. Engeland zou aan den aandrang van Frankrijk
hebben toegegeven en de kabinetten van Parijs en Londen
waren het niet alleen onderling volkomen eens omtrent de
vredesvoorwaardenmaar ook met dat van Wcenen. Men
onderstelt ook, dat Oostenrijk heden het werkelijk verklaard
heeft, dal de voorwaarden, welke het met de westersche
mogendheden heeft vastgesteld, een ultimatum zijn, dat het
aan Rusland zal beteekenen, en dal het, in geval van wei
gering door dit laatste, zijne troepen bij die van Frankrijk
en Engeland zal voegen, om door geweld datgene te ver
krijgen wat men minnelijk te Petersburg niet wilde aanne
men. Men heeft alle reden om te rekenen op de toetre
ding van Rusland. Men meent echter na al hetgeen sedert
18 maanden is gebeurd en na den maatregel door Oosten
rijk genomen om zijne troepen op voet van vrede te
brengen, alle reden te hebben, het berigt als zou Oosten
rijk gewaagd hebben van het stellen van een ultimatum
voor alsnog niet onvoorwaardelijk te moeten aannemen.
Wat de gestelde vredesvoorwaarden betreft, daaromtrent is
ook volstrekt niets lot dusver bekend geworden. Hoe het
zij, de organen der fransche drukpers zijn in de laatste
dagen veel gematigder geworden; zij erkennen, dal men
geene voorwaarden kan opleggen, die het als natie zoudeu
kunnen vernederen.
De maarschalk Pélissier meldt van Sebastopol 8 De
cemberdat dien dag 2- a 3000 man russischo infanterie
en 500 man kavallerie Baza, Orkowska en Skavka hebben
aangetast; de vijand is na een hevig geweervuur, dat ruim
een uur duurde, weder afgetrokken. Zijn verlies bedraagt
30 gevangenen waaronder twee officieren het getal zijner
dooden en gewonden is onbekend. De verliezen der Fran-
schen zijn onbeduidend.
Reizigers, die van Nikolajeff naar Odessa terugkeoren,
zeggen dat dio stad in het geheel niet meer te herkennen
is. Do eigenlijke verdedigingswerken beginnen op vijf wersten
afstand der stad, ter plaatse waar de Ingul zich in de Bug
stort. De toegang wordt door drie rijen fortificatiën van
allerlei aard beschermd. Meer dan 400 kanonnen van
verschillend kaliber verdedigen de stad aan alle kanten.
Geheele straten met kleine gebouwen worden weggebroken
en vervangen door ontzaggelijke kazernen en hospitalen,
alsmede bomvrije munitie- en proviand-magazijnen. Het
oude admiraliteitsgebouw werd in een fort herschapen, dat
den naam van admiraal LazarefI draagt. De werk
zaamheid is zeer groot en de brug bij hel dorp Varvarowka
steeds met kanon- en proviandwagens gevuld. Grootvorst
Ronslanlijn bezigtigdc onlangs 80 nieuw gegoten bomraortie-
renwelke aan de helling bij het lustoord Spasska geplant
worden. Z. K. II. was over de werking zeer te vreden.
De affuiten der mortieren werden volgens het plan van den
generaal Totleben vervaardigd.
De legers in de Krim hebben hunne winterkwartieren
voor goed betrokkenen zullen in de eerste 4 maanden
weinig of niets belangrijks van zich doen hoorentenzij
prins Gorlschakoff inlusschen door eenige aanvallende be
weging die rust versloren mogt. De Franschen noroen
eene defensive stelling bij Kamiesch in, die ze, zoo al niet
onneembaar, althans, naar de beriglen willensterk genoeg
gemaakt hebben om eene belegering a la Sebastopol te kun
nen doorstaan. De Engelschen hebben alle toegangen tot
Balaklava versterkt; terwijl de Sardiniërs van hunnen kant
op do linie aan de Tschernaya een verschanst kamp bezet-