BIJVOEGSEL,
behoorende tot het
WEEKBLAD VAN DEN HELDER EN HET NIEÜWEDIEP,
\an maandag 3 Maart 1856. N° 10.
OOO-OO
In het Algem. Handelsblad van 18 dezer maand komt
een artikel voor van het Roomsch Catholiek Armbestuur
dezer plaats, waarbij hetzelve hevig te velde trekt tegen
een artikel in de Amsterdamsche Courant van 50 Januarij
11. en een ander artikel in het Tielsch-Stads- en Ar-
rondissements Weekblad van 8 dezer maand.
Geenzints om partij te trekken voor die artikelen,
aan dewelken wij alle voorkennis en medeweten onzer
zijds ontkennen, en evenzoo aan het artikel, voorko
mende in de Amsterdamsche Courant van 27 dezer, ons
zoo even onder de oogen gekomen maar omdat het R. C.
Armbestuur in deszelfs verbolgenheid zich veroorlooft het
Algemeen- thans Rurgelijk Armbestuur aanterandenen
hem handelingen en bedoelingen toeteschrijvcndie,
waren zij op waarheid gegrondhooge afkeuring zouden
verdienenzoo acht dat Bestuur zich verpligtde onwaar
heid en onjuiste voorstellingen die het geheele artikel
kenmerken, aan het daglicht te brengen, te bewijzen
door het navolgende:
1°. Het R. C. Armbestuur wil beweren, dat in de
bijeenkomst van Leden van verschillende Kerkelijke Arm
besturen, met den heer Burgemeesterin het najaar van
1835, wierd aangedrongen dat de opbrengst der te hou
den collecte of inschrijving, mogt worden besteed, om
aan de behoefligen warme spijzen te verschaffen, welke
door het Algemeen Armbestuur in de bestaande werk-
inrigting tegen een matigen prijs zoude worden geleverd
doch dat zulks door het Lid van het R. C. Armbestuur
op die bijeenkomst aangenomen noch afgewezen werd
dat er althans zeker geene overeenkomst gesloten isdat
op een schrijven van het Alg. Armbestuurhoudende
uitnoodiging te willen opgeven hoeveel portien het R. C.
Armbestuur zoude kunnen plaatsendaarop is geantwoord
dat hetzelve van de spijzen geen gebruik konde maken.
Tegen deze beweringen stelt het Burgerlijk Armbe
stuur over dat de bijeenkomst van de Leden der ver
schillende Armbesturenbestaande uit de heereu
W. J. MAALSTEEDvoor de Hervormde.
G. J. WüBBE, onderteekenaar van het artikel iu het
Handelsblad, voor de Roomsch Cath.
D. SCHUIT, voor de Doopsgezinde.
F. THIE, voor de Luthersche.
P. BIERSTEKER, voor de Bisschoppel. Clerezie, en
J. L. CR AP HELLINGMAN voor de algemeene armen
heeft plaats gevonden in eene vergadering van Burge
meester en Wethouders, op den 27 September 1853
dat in die bijeenkomst door den heer Burgemeester is
gewezen op de verpligling die de nieuwe armenwet de
Kerkelijke Armbesturen of Diaconiën oplegt om in de
behoeften der armentot hunne gemeente behoorende i
te voorzien, waartoe naar ZEd.A. meening het doelma
tigste was eene uitdeeling van warme spijzen in hef
aanstaande winlersaizoendie sedert jaren alhier had
plaats gevondendoor het Alg. Armbestuur aan alle
armen en behoeftigen doch dat zich thans moest bepa
len tot de armen die uitsluitend ten zijnen laste ver
bleven; weshalve ZEd.A. in overweging gaf om de noodige
fondsen daartoe te verzamelenbij wijze van collecte of
inschrijving; en voorts ter kennis bragt het aanbod en
de bereidverklaring van het Burgerlijk Armbestuur tot
bereiding en medeuitreiking der spijzen aan de armen tot
de Kerkelijke Armbesturen behoorende, voor en namens
die Besturenonder derzelver medetoezigtbepaling
hunnerzijds van het aantal uiltereikpii' pbfGeu en terug
gave der daarvoor te maken kostendat, na èeuige wis
seling van gedachten, door den heer Burgemcestér aan