WEEKBLAD van den
HELDER en het NIEUWEDIEP.
M 22.
1856.
26 M E I.
Dit Weekblad wordt eiken maandag-morgen uitge
geven bij G. BAKKER Bz.te Nieuwediep. De prijs
is 80 cents in de drie maanden en voor de buitensteden
franco per post 90 cents. Men abonneert zich bij de
Boekhandelaren en Postkantoren zijner woonplaats.
MAANDAG
het
ADVERTENTIEN gelieve men ongezegeld aan den
Uitgever in te zendenuiterlijk Zaturdags des middags
ten 12 ure; de prijs van 1 tot 4 regels is 60 centen,
voor eiken regel meer 15 centen, behalve 35 centen
zegelregt voor elke plaatsing.
VEERTIENDE JAARGANG.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Helder
verwittigen bij deze de daarbij belanghebbenden, dat de KERMIS
of JAARMARKT in deze gemeente, dit jaar zal aanvangen op
Maandag den 7 Julij aanstaande, en dat de loting voor de kra
mers des Zaturdags avonds te voren, aan het Raadhuis zal ge
houden worden.
Helder, den 16 Mei 1866.
STAKMAN BOSSE, Burgemeester.
L. VERHEIJ, Secretaris.
ITIEITTTS'EIJDIUgElT.
HELDER en NIEUWEDIEP, 24 Mei 1856.
Naar men verneemt, is door Z. M. de concessie geteekend,
waarbij vergunning gegeven wordt om den spoorweg naar deze
gemeente te leggen.
Blijkens eene bij het Bestuur dezer gemeente ontvangen cir
culaire zal aan de militien-verlofgangers der ligting van 1852,
vergunning kunnen worden verleend om de buitenlandsche zeevaart
uitteoefenenin welk geval door hen zal behooren te worden
aangetoond, dat het nadeelig saldo, hetwelk hunne rekening op
het kleeding- en reparatiefonds mogt opleveren, is aangezuiverd.
De minister van Marine, bij voortduring regtstreeks en
van ter zijde voorstellen en aanbiedingen ontvangende, om het
drooge dok aan 's Rijks Werf te Willemsoord weder voor het ge
bruik geschikt te makenaan welke aanbiedingen echter steeds de
noodige waarborgen voor het Rijk tegen schade van mislukking
ten eenen male ontbrekennoodigt uit al degenendie
genegen mogten zijn voormelde herstelling te ondernemen of te
doen ondernemenop eigen kosten en risicozonder eenige
tegemoetkoming of schadevergoeding hoegenaamd in geval de on
derneming geheel of gedeeltelijk mogt mislukkenzichzoodra
mogelijk, tot het ministerie van Marine te wenden, met opgave
van de daarentegen door de Marine uit te betalen ronde som in
eens, wanneer na de herstelling van dat dok, ten genoegen van
de Marine, is gebleken dat zij proefhoudend en duurzaam is
te achten. Staatscourant
In eenen privaatkring hadden wij gelegenheid den heer
BekkerMuzijkdirecteur te Gouda, en zijn broeder uit Bolsward,
in de voordragt van eenige trio's en quartetten als duchtige vio
listen, en goede kunstenaars te lecren kennen. Laatstgenoemde,
Christoph Antonis als muzijkdirecteur naar den Helder be
roepen. Wij wenschen die plaats geluk met zulk een goed ge-
vormden meester, die niet alleen als violist een beduidende trap
bereikt heeft, maar ook zelfs als violoncellist en pianist in staat
is zich te doen gelden en de jeugd grondig te onderwijzen.
(Overgenomen uit de Caecilea, Muzijkaai
Tijdschrift, 15 Mei 1856.)
Bij Zijner Majcsteits besluit van den 18 dezer, wordt de
heer dr. A. A. Deenikdie met den laatsten Junij eervol is
ontslagen uit zijne betrekking van lector bij de Koninklijke
Academie voor Zee- en Landmagt te Breda," met den 1 Julij
daaraanvolgende aangesteld tot lector in de taal- en letlerkundi?
bij de inrigting tot opleiding der adelborsten bij 's Rijks zeemagt
te Willemsoord.
Z. M. heeft aan den luitenant ter zee 2e klasse G. F.
Servatius en den schieman T. Rijnbergop het daartoe door
hen gedaan verzoek, vergunning verleend tot het aannemen en
dragen van het onderscheidiugskruis van militaire maritieme ver
diensten aan hen door H. M. de koningin van Spanje geschonken.
Z. M. heeft benoemd tot dijkgraaf van den polder Waal en
Burg op Texel, den heer C. Bz. Bakkertot dijkgraaf van de
29 gemeenschappelijke polders op Texel, den heer S. Keijser;
en tot heemraad voor het waterschap Eijerland, den heer G. A.
van den Berg.
Te Zevenhuizenprovincie Groningenheeft een ir.an zijne
vrouw willen vergiftigen. Het was middag en er zou gegeten
worden. Terwijl de vrouw nog even naar buiten was, wierp de
man spoedig het vergif in het etensbord der vrouw, terwijl in
ieders bord het stip of de saus reeds opgeschept was. Toen de
vrouw binnen kwam, ging de man even'naar builen; onderwijl
zakt eene spin van boven in het etensbord van de vrouw. Deze
ziet dal; zij neemt de spin en werpt ze weg. Doch eenige
viesheid hierover doet haar besluiten de borden om te zetten:
de man heeft het immers niet gezien en alzoo kau het hem dus
niet hinderen; zoo denkt zij. Ook de man komt weder binnen
zij beginnen te eten. Nu duurde het niet lang, of de man
spreekt van ongesteldheid, die hij ondervindt. De goede vrouw,
van geen onheil bewust dan dat van de spinverhaalt haren echt
genoot met deelneming dat geval met de spin en hoe zij de etens
borden had omgezetterwijl zij reeds gemoedelijk bezwaard wordt
dat de man tegen haar oogmerk, daarom in het ongeval komt
Hierop verklaart de reeds dubbel ongelukkige man met haas^/én
schrik: in dat bord heb ik vergif gedaanNa weinij/'tijds
was de man een lijk. gf