WEEKBLAD va\ di
HELDER mhet MEEWEDIEP.
bekendmaking.
J\3. 5.
1837.
^1**8
MAANDAG
26 JANUARIJ.
De Duitsche Bond en de Luxemburgsche
Grondwet.
UIEUWSTIJDHTOSH.
Dit Weekblad wordt eiken maandag-morgen uitge
geven bij G. BAKKER Bz.te Nieuwediep. De prijs
is 80 cents in de drie maanden en voor de buitensteden
franco per post 90 cents. Men abonneert zich bij de
Boekhandelaren en Postkantoren zijner woonplaats.
ADVERTENTIEN gelieve men ongezegeld aan des
Uitgever in te zenden, uiterlijk Zaturdags des middags
ten 12 ure; de prijs van 1 tot 4 regels is 60 centen,
voor eiken regel meer 15 centen, behalve 35 centen
zegelregt voor elke plaatsing.
VIJFTIENDE JAARGANG.
Het onderstaande nemen wij over uit de Utrechtsehe Provin
ciale en Stads-Courant van 12 December 1850.
Een algemeene kreet van verbazing en afkeuring is in het vrije
Nederland opgegaan over de inbreuk, door de Groothertogelijke
Regering op de bezworen constitutionele instellingen van Luxem
burg gepleegd. Eu inderdaad, hoe vreemd dat land ons sedert
de afscheuring van Belgie geworden zijdie gebeurtenis kon voor
het regtsgevoel, onafhankelijk van tijd en plaats, niet onverschilig
zijn. Zelfs mogen wij ons oordeel over de wederregtelijke han
deling uiet smoren, al zien wij ons gedrongen een Bewind te
laken, aan welks hoofd de Vorst gesteld is, die onder de verant
woordelijkheid van Ministers, in Nederland en Luxemburg tegelijk
regeert. Even onbewimpeld als vroeger den bloedigen Coup
d' tut van Parijs, zullen wij thans de willekeur, die tot hiertoe,
naar het schijnt, rustig in Luxemburg heerscht, met de gansche
Nedcrlaudsche pers veroordeeleu. Maar bij de vervulling van
dien ouaangenamen pligl, zullen wij de waarheid huldigen, in al
te eenzijdigen ijver door sommige dagbladen miskend. Er zijn
er die loochenen, dat de Groothertogelijke Regering tot de betreu
renswaardige daad zoude verleid zijn door den lastigen aandrang,
door zekere pressie van den Duitschen Bond. Wij gelooveu,
dat niets gemakkelijker is dan het bewijs te leveren van de her
komst van het kwaad uit Frankfort. Men gelieve slechts het
Bondsbesluit van 25 Augustus 1851 open te slaan, (1) en de toe
passing daarvan in onderscheidene Staten te vergelijken. Zoozeer
als iemand bejammeren wij de zwakheid, welke den misstap ten
gevolge heeft gehadmaar het staat der partijzucht niet vrijden
Coup d' Êtat in Luxemburg als eene bedreiging voor Nederland
af te schilderen. Men had wij erkennen het - den Bond
onwrikbaar het hoofd behooren te biedengedachtig Jan den door
Willem II vrijwillig afgelegden eed. Men behoefde waarlijk niet
voor een Bond te zwichten, die in 1848 alle moed en kracht
(1) «Die Bundesversammlung Jardert daber die holien Bundesregierungen
aufdie ia den einzelnen Bundesstaatennametitlich séit dem Jahre 1848 ge
troffenen staatlichen Emrichtungen und erlassenen gesetzlicben Bestimmungen
einer sorgfaltigen Prüjiing zn unterwerfen und dannicenn sie mit den Grund-
gesetzen des Bundes nicht in Einklang stehen, diese nothwendige Ueberein-
stimmung ohne Verzag ie ieder xu bevArken."
verloren hebbendegedwee was uiteengegaanen het gezag aan
revolutionaire overheden had overgelaten. Hoe duur en zwaar
de pligten van een Bondslid zijn mogenzulk een offerals de schen
nis van eene onverbrekelijke belofte, konden zij niet opleggen.
Het ware voor den Groothertog eene scboone en edele rol geweest
de zinspreuk van het Stamhuis Je maintiendraionwankelbaar
gestand te doen, en zonder op het voorbeeld van andere Vorsten
te letten, die de in 1848 uit vrees bewilligde vrijhedeneen voor
een, uit kracht van het Besluit van 25 Augustus 1851, hebben
herroepen en te niet gedaan(2) getrouw te blijven aan het eens
zoo pleglig gestaalde wootd. Maar heeft, waar zoo velen en
magtiger voorgingen, het Bewind van het kleine Luxemburg,
voor het geweld van Oostenrijk en Pruissen beducht niet durven
achterblijven, laat ons de dwaling gispen, maar tevens den oor
sprong zoeken waar die te vinden is, niet te 's Gravenhage
maar te Frankfort. Het bedrijf der Luxemburgsche Regering
heeft niets gemeens met dat van de Nederlandsehe Staatslieden
niet meer dan voorheen de handelingen in het Keurvorstendom of
Koningrijk Eanover met die van het Britsche Kabinet.
Utrecht, 11 Dec. 1856. G. W. VREEDE.
(2) Verg. H. A, Zachariae, die deutschen Verfassungs-gesetze der Gegenuari
Göttingen 1855, I. 4850enz.
De BURGEMEESTER der gemeente Helder brengt ter
openbare kennis, dat de PASSAGE voor RIJTITGEN over
de Brug der Marine-Schutsluiswegens belangrijke voorzie
ningen aan dezelve, van Maandag den 26 dezertot nadere
aankondiging GESTREMD zal zijn.
Helder 24 Januarij 1857.
Do Burgemeester voornoemd
STAKMAN BOSSE.
HELDER en N1EÜWEDIEP, 24 Januarij 1857.
Den 19 dezer is bezuiden Calandsoog gestrand bel engclsche_
barkschip Haltwhistlekapitein Patterson, van Batavia met
ladinghoofdzakelijk bestaande in suikerkoflijrijst en beiden-"
naar Breinen bestemd. Vau de lading heeft men weinig