WEEKBLAD m m HELDER EN HET NIEEWEDIEP. S\ MAANDAG 2 FEBRUARIJ. Toepassing van het Bondsbesluit van 23 Aug. 1851 in Luxemburg. \V<gftt ht( Dit Weekblad wordt élken maandag-morgen uitge geven bij G. BAKKER Bz.te Nieuwedup. De prijs is 80 cents in de drie maanden en voor de buitensteden franco per post 90 cents. Men abonneert zich bij de Boekhandelaren en Postkantoren zijner woonplaats. VIJFTIENDE JAARGANG. ADVERTENTIEN gelieve men ongezegeld aan des Uitgever in te zenden, uiterlijk Zaturdags des middags ten 12 ure; de prijs van 1 tot 4 regels is 60 centen, voor eiken regel meer 15 centen, behalve 35 centen zegelregt voor elke plaatsing. Het onderstaande nemen wij over uit de Utrcehtsche Provin ciale en Stads Courant van 18 December 1836. In bet belang der zaak voldoe ik gaarne aan den wonschdoor den stiller der artikelen betrekkelijk Luxemburg, in deArn/i. Cl van 18 December 11. geuit. Ik geef toe, dat mijn beroep op ecu Bondsbesluitvijf jaren geleden uitgevaardigd en nu eerst in het Groothertogdom ten uitvoer gelegdoppervlakkig moet bevreem den maar de verwondering wijktals men verneemtdat de wij ziging der staatsinstellingen uit kraaht van hetzelfde Bondsbesluit in de Hanzestad Drentenniet vóór 17 Aug 1854 (1) in hel koningrijk Ilanvover niet vóór 1 Aug. 1833 is volbragt. Duitseblaud mist de eenheid van den welgeordenden Bondsstaat; en wie weet niet, dat de langwijligheid en naijverige tegenkanting van natuur eigen zijn aan het Federalisme der ongelijkslachtige, oppermatige en los zaïnenhaugeiide doelen Maar zelfs in de volkomen één ondeelbare Rijken ontbreken de voorbeelden niet van gebiedende, constitutionele voorschriften, die jaren lang eenc doode letter bleven. Of is hier te lande het 3 additionele artikel der Grondwet van 1848 reeds geheel in wer king getreden? Zoo niet, men verwerpe hel beroep op bet Besluit van 23 Aug. 1831, niet op grond van een vijfjarig, zoo ligt verklaarbaar uitstel. Ook is het niet zonderling, dat in de Groothertogelijke procla matie, een zekere klem, een tjroote nadruk" gelegd wordt op den oorsprong der Luxemburgsche Grondwet uit liet jaar 1848;" want bet Bondsbesluit van 1851 eischt juist, dat de in het woelig par namentlich scit dem Jahre 1848") ingevoerde staatsrege lingen herzien en gewijzigd worden; en zoo en niets andersheeft men in de overige Duitsche Staten de afkeuring van bet gebeurde in 1818, voornamelijk als beweegredenen tot de wederregtelijke handeling doen gelden. Wat betreft de mededceling der stukkenuit welke zoude kun nen blijken wal ten behoeve van de bezworen Constitutie door de Luxemburgsche Regering verrigt zij wie de geheimzinnigheid (2) Verg. Zachariaedie deutschen Verfassungs-gesetze der GcgenwartII. 1185. van den Bond kent en zich herinnert, dat de Hannoversche Sten- den ten vorigen jare de inzage der diplomatische briefwisseling van het Ministerie met de Vergadering vau Frankfort vruchteloos hebben gevorderdzal gemakkelijk bevroedenwaarom bet Groot hertogelijk Bewind evenmin den sluijer opligt. Eene zeer ge brekkige openbaarheid der handelingen van den Bond, maar gewis gcene der voorafgaande negotialiënis zeer onlangs (in Januarij 1836) vergund. (2) Kortheidshalve en in afwachting, dat bet Luxcmburgsch Archief geopend worde, wil ik, nevens Zachariae, tol eene zeer toegankelijke bron. den Annuaire des Deux Alon- des (1854—1836) verwijzen, l'it die bruikbare en vlijtig bewerk te kronijk zal althans spoedig de overtuiging geput worden, dat de Coup d' Étui in waarheid bet uitvloeisel is van het door de Vergadering van Frankfort met onbuigzame stelselmatigheid vol trokken Besluit van 23 Aug. 1851. (3) Vandaar, onder anderen, de afvaardiging op 6 Maart 1852, van den generaal Jocobials bijzonder Commissaris naar Breinen, wien tot het wélslagen van zijne zending, de beschikking over de noodige krijgsmagt werd opgedragen, en welke last eerst twee jaren daarna, werd inge trokken. Blijkt het, dat de belangen van Lintburg bij zekere gelegenheid op den Bondsdag nadrukkelijk werden behartigd, (4) het is niet waarschijnlijk, dat de Luxemburgsche Grondwet door de Groothertogelijke Regering zonder tegenspraak, aan de eischen der bovendrijvende Leden ten offer zal gebragt zijn. En thans nu ons Vaderhnd van die smet bevrijd is, genoeg over een onderwerp dat aan het Kabinet van 's Gravenhagc geheel vreemd is. Zeer natuurlijk heeft ook bij ons, een levendig medegevoel voor de in hunne reglen gekrenkte Luxemburgers de gemoederen aangedaan; maar een kreet of eene verdenking, alsof de in Nederland inheemsche, zoo diep gewortelde en onuitroei bare vrijheidbelaagd en aangerand kon worden naar het voor beeld vau hetgeen op bevel van den Duilschen Bond in bel Groot hertogdom geschiedt; zulk een kreet, zulk eene verdenking, hoe fel de strijd der partijen zij, mogen niet herhaald worden. Utrecht, 17 December 1836. G. W. VREEDE. ;2) Annuaire des Deux Mondes1,855 1856 p. 543. (3) Annuaxre 18541855, p 541 [wegens Hannover]»II fallait d'ailleurs obtempéter a la décision fédérale du 23 Aoüt 1851 |p. 499] Ia Diéte a montré une volonté inflexible pour ramener les constitutions particulieren aux principes qui viemient d'étre énoncés, enz. (4) 26 Januarij 1S54, une opposition assez viveenz.]

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1857 | | pagina 1