7 \f< I 11e JAARGANG ZATERDAG 14 FEBRUARI 1942 Nu. 17 WAARIN OPGENOMEN WIERINGER COURANT van 1909 CULTUUR IS DIENST AAN HET VOLK. ;;>5 NIEUWSBLAD VOOR DE WIERINGERMEER, WIERINGEN EN OMSTREKEN. TER OVERDENKING. Het vertrouwen is iets zóó schoons, dat zelfs de ergste leuge naar niet nalaten kan een zeker respect te hebben voor den man, die 't hem schenkt. Verheffend is de gedachte dat het goede, het edele niet sterft dat vriendelijkheid vriendelijkheid wekt, en dat waarheid en goed vertrouwen nooit verloren gaan. Niets gaat ver loren. WAT NOODIG IS. „Zelf betrouwbaar zijn." Idealen, die de mensch in de strijd des levens het oog omhoog doen houden, zijn onverwoestbaar, hoe ook terneer gehaald en besmet, uit geworpen zelfs, door een wereld, die niet rijp er voor is ze in werke lijkheid om te zetten. Van hun ab stracte zuiverheid gaat niets verlo ren het zijn niet zij, die zich moe ten verlagen om tot de mensch te komen, het is de mensch, die zich moet omhoog werken om hen een maal te bereiken. 'Eenmaal Maar voor de wereld, zooals zij thans is, schijnt het nog in een verre toe komst te liggen. Zullen wij dan stil zitten en wachten, wij, die ten volle beseffen welk een hemelsche wel daad der menschheid zou ten deel vallen, indien het onderling vertrou wen wederkeerde op aarde Wij, die eveneens beseffen, dat elke groote verbetering beginnen moet met een verwezenlijking daarvan in eigen gemoed Laat ons doen wat wij kunnen Zonder vrees of voor behoud onze naaste omgeving onge wapend tegemoet treden - helaas, ook dat zullen wij niet in alle op zichten volhouden. Maar Iaat ons voor misbruik niet al te angstvallig zijn. Dat zal minder voorkomen dan het wel lijkt want menigeen, die gaarne slim tegenover slim zou stel len, bedenkt zich tweemaal eer hij er toe komt een eenvoudig op recht vertrouwen teleur te stellen. Het ontwapent hem met zijn onbe wuste, argelooze kracht. En in elk geval is het beste middel, dat wij in de hand hebben, om de kansen van het vertrouwen te vermeerde ren dit in alle opzcihten zelf be trouwbaar te zijn. De oorlog in Oost-Azie. Ce stri,d om Singapore. Japansche troepen dringen Singapore binnen. Naar uit Tokio wordt gemeld, zijn de Japansche troepen Woens dagmiddag om twee uur hel Weste lijk deel der stad Singapore binnen gedrongen De Tenno heeft Woensdag uiteen zettingen van het hoofdkwartier over de situatie te Singapore aange hoord. Hierbij gaf hij uiting aan zijn vreugde en voldoening, dat juist thans op den dag der stichting van het Rijk aan de dappere Japansche weermacht een zoo overweldigende zege beschoren is. Groote geestdrift in Japan Het bericht van de bestorming van Singapore heeft op het gehee- le Japansche volk een buitenge woon diepen indruk gemaakt groote geestdrift veroorzaakt. De plechtigheden, die sedert den vroe- gen ochtend plaats vonden naar aan leiding van de stichting van het Rijk, werden in het geheele land tot reusachtige demonstraties van vreugde en dank. De klokken van alle tempels in het land meldden de historische overwinning. In de stra ten van Tokio kwam het steeds weer tot nieuwe spontane demon straties der bevolking. Honderddui zenden trokken door de stad, die herschapen was in een vlaggenzee. Er stonden voor Donderdag in het geheele land groote feestelijkheden op het programma en talrijke beper kingen, die de oorlog met zich bracht, waren voor dien dag opge heven. Het voornaamste doel der demonstraties van Woensdag was het keizerlijk paleis, waar tiendui zenden telkens en telkens weer den Tenno hun diepsten eerbetoon brach ten. Voor den Taskoeni-schrijn, het groote nationale heiligdom te To kio zijn aangrijpende plechtigheden gehouden voor de gevallenen voor het vaderland. Tot laat in den nacht stroomde het volk naar deze heilige plek, om daar in diepe dank baarheid zijn gestorven helden en voorvaderen te herdenken. De Rijkscommissaris over de Drie Arbeidsgebieden voor Cultaurpolitiek. TERUGKEER NAAR DEN EIGEN AARD. Installatie van den Kultuurraad. Groote dingen moeten groeien en rijpen. Woensdagmiddag had in Pulchri Studio te 's-Gravenhage de plechtige installatie plaats van den Nederlandschen Kultuurraad. Een groot aantal Duitsche en Nederlandsche autoriteiten was bij de plechtigheid aanwezig. De redevoeringen van den Rijkscommissaris en van prof. Snijder werden met grooten bijval ontvangen. De Rijkscommissais hield bij de installatie van den Nederl. Kul tuurraad een uitgebreide en diepgaande rede over de cultuur als scheppende kracht, die in een volk leeft, en waaraan wij het volgen de ontleenen Onder de overstelpende, de geheele wereld beroerende gebeurte nissen, te midden waarvan wij ons welbewust en als werkende men- schen geplaatst zien, is de instelling van den Nederlandschen Kul tuurraad toch geen onbeteekenende toevalligheid of een bestuurs maatregel zonder meer als zoovele andere. Ik geloof veeleer door ooit Duitsche of Nederlandsche cultuur kan voortbrengen, evenmin kan een Duitscher of Nederlander onder den invloed van een geest en levenshouding* die in stijd is met het ras, werkelijk Duitsche of Nederlandsche S^shur scheppen. Wel echter zal ook hij den weg lot de bronnen der nationale cultuur kunnen terugvinden, wanneer elke vreemde invloed is uitgeschakeld. De grenzen zijn hier zeer. moeilijk te trekken toch moeten zij worden getrokken. Daartoe is een onbedorven instinct voor het echte en natuurlijke noodig. Dit. zintuig evenwel zal zich weer des te beter en des te zekerder ontwik kelen, naarmate de zelfstandige cultuur wederom uitsluitend naar boven komt. Hoe meer getuigenissen van een cultuur van ons eigen karakter wij voor oogen hebben, en hoe zekerder zij ons maken in ons gevoel en ons oordeel, des te zekerder zullen wij ook het vreemd soortige ontdekken en des te beslister zullen wij' in onze waardeering zijn. HET VOORNAAMSTE MIDDEL. Het voornaamste middel voor deze cultuurpolitiek ligt op het tweede gebied van werkzaamheid, nJ. om den cultuurscheppenden, en hier in het bijzonder wederom de jongere generaties, op taken te wijzen, die uit de gemeenschap voortkomen en die voor de gemeen schap moeten worden vervuld. Dit is een gebied, waarop men door ge- en verboden weinig, door werkelijke begunstiging ook van mate- iieelen aard, door raad en voorlichting en door begijpende zorg voor de als echt en vruchtbaar erkende waarden buitengewoon veel kan bereiken. Een derde gebied van cultuurpolitieke werkzaamheid voor den staat vloeit voort uit het karakter van den staat als nationale op- oedingsinstantie. Hier kan men nauwelijks meer van een „gebied" -3 1 raad in de toekomst werkelijk een mijlpaal in de ontv.l] keling van het Nederlandsche cultureele leven beteel/,»-* wanneer zijn arbeid ertoe bijdraagt, dat de Nederland* 1 cultuur uit den voedingsbodem van het ras en het ver eigene vruchtbaar groeit, dan opent deze daad tegelijir- noodzakelijkerwijs ook den weg naar de gemeenscij» j schap van het gelijke bloed, die reeds heden door de V- beurtenissen der laatste jaren tot een uiterlijke meenschap is geworden. VIL In dezen zin heb ik als vertegenwoordiger van het Duitsche Rijk tot u gesproken en de wenschen voor een vruchtbaren en succesvollen arbeid, die ik u zou willen medegeven, zijn wenschen uit het diepst van mijn hart, want hun vervulling is een vervul ling voor ons allen. (De rede van prof. Snijder volgt in volgend no.) PROVINCIAAL NIEUWS. INSTALLATIE NEDERLAND SCHE LANDSTAND IN NOORD-HOLLAND. Boerenleider J. Saai spreekt. (Van onzen specialen L.S.P.D. - verslaggever dezen maatregel aan een noodzaak tegemoet te komen, welke even-| spreken hier is sprake van de algeheele functie van den staathet zeer voortvloeit uit den tegenwoordigen toestand van het Neder-gaat ei. Qm cuitureeie scheppen in zijn geheel zooals heti uit de landsche volk, als uit mijn taak als vertegenwoordiger van het Duit- gemeenschap van het volk is gegroeid, weer voor de gemeenschap sche Rijk in dit land. Deze geeft mij aanleiding tot principieele uit-^ ln te zetten als middei voor de opvoeding tot de gemeenschap. - eenzettingen, want de noodzakelijkheid van dezen maatregel kan,cuituur. welke uit onzen nationalen en rassischen oorsprong groeit uitsluitend begrepen worden, wanneer de functie van de cultuur niet^ en daara?n een zichtbare gedaante in den vorm van alle cultureele scheppingen geeft, is een politiek vormende macht van den eersten j rang, zij maakt ons van onszelf bewust, van onzen aard, zij open- slechts in het openbare leven, maar in het leven in het algemeen, in het worden en werken eener gemeenschap ons duidelijk is ge worden. i kaart; ons de krachten, die in ons leven. Deze dubbele functie, dit De nieuwe wereldbeschouwing heeft ons onmachtig en zonder dat groe5en mt de gemeenschap en dit werken ten behoeve van die ge- wij een weg uit de verwarring van den tijd zagen, maar as e waie meenscilaP) js ais jk ?00 mag zeggen de diepere zin van reeds in doodstrijd waren, kracht en sterkte gegeven en tege ij eer ij cultuur en yan allen cuitUreelen arbeid, want dit groeien uit de den weg tot genezing, die ligt in de overwinning van de zie e er. gemeenschap en dit werken ten behoeve van de gemeenschap, is 1. - 1.nntnlAAmn- ïïönT07fln T-T f f niïlc curopeesche cultuur en tot nieuwe ontplooing gewezen. Het was als een wonder en inderdaad, het was een openbaring der gemeenschap zonder meer de wetmatigheid van ons leven. Te vervulling van de u als Kultuurraad opgelegde taak zult gij in als het oorspronkelijk element van ons leven. Wij hadden in den nood he( byzonder dc ontwikkeling van de Nederlandsche cultuur in de de kameraadschap beleefd en vonden daarin de gemeensc ap, tot- loekom£t v00l. 00gen moeten hebben, zooals het ook volgens den dat wij uit de idee en uit de werkelijkheid van de volksgemeenschap der verordenlng uw taak deze ontwikkellng gade te slaan eindelijk de kracht putten, waardoor wij weer gezond en machtig daaruit my gevolgtrekkingen te maken. alsmede hieraan den werden en dat niet slechts in politieken zin. grondsiag v00r uw adviseerende functie te ontleenen. Wij hebben In het bijzonder werden wij weer machtig in onze cultuur. Hier niet minder als op politiek gebied kunnen wij de verandering, welke zich in tien jaar heeft voltrokken en zich verder voltrekt, nauwe- een lange en kultureele ontwikkeling achter ons van hoog gehalte en dikwijls valt het ons moeilijk te gelooven, dat deze ontwikkeling nu als het ware een einde heeft gevonden en dat wij, al is het dan iijks begrijpen. De oorzaak hiervan ligt uitsluitend hierin, dat de niet jUjstf dat wij van voren af aan beginnen, toch een nieuw cultuur in al hare uitingen en vormen, in plaats van zich lok te ma- boofd£tuk moelcn aanvangen Nlet wij hebbe„ echter aan de achter i.~— rc nnn,nnm.ni,n*,M/.lil1pA lnl nrna. rloorivi tnonrl hpfmlrlrnn pn Hoofdredacteur Corn. J. Bosker, Wielingen. ken uit het gemeenschappelijke lot, weer daarin werd betrokken en dat de cultuurscheppende en cultuurdragende mensch van zijn een zaamheid werd bevrijd en weer aan de gemeenschap van zijn volk werd gebonden. Het belangrijkste principe van onze cultuuropvatting is, dat elk; echte cultuurprestatie slechts uit den grond en uit het leven van liet volk kan voortkomen en dat zij daarom ook aan dit volk weer verplichtingen heeft, dat dus de cultuur haar oorsprong evenals haar laak altijd vindt in den dienst aan. het leven van het volk. Evenmin als de cultuur als geheel uit dezen samenhang kan worden losge maakt zonder ziek te worden, evenmin kan zich de scheppende en keling, die cultureele prestaties volbrengt, aan de banden van zijn gemeenschap onttrekken. Cultuur is niets anders dan de gezamenlijke uitdrukking der scheppende krachten, die in een volk leven en door den scheppenden enkeling naar voren worden gebracht en ge bruikt om het bestaan zijn vorm te geven. Deze ontwikkelingsgang moet en zal zich krachtens een reeds lieden duidelijk zichtbare levende en historische wetmatigheid in het geheele gebied van ons door het Noordsch-Germaansche element bepaalde ras voltrekken, overal waar de wil tot gezond worden en tot het nieuwe leven nog werkzaam is. Deze terugkeer tot onzen oor sprong beteekent in verhouding tot ons recent verleden der laatste eeuwen een ommekeer van ontzaglijken omvang, een werkelijk tota le revolutie, daar voor haar geen gebied afgesloten kan blijven. Wan neer wij ons van onze echte levende waarden rekenschap geven, wordt de orde, die de nieuwe tijd vormde en die sedert de Fransche revolutie gold, met haar waarden en maatstaven twijfelachtig. Dat wil evenwel niet zeggen, dat wij dit verleden als zoodanig verlooche nen, maar wij zien het van een nieuw gezichtspunt uit. Wij brengen uit dit verleden de schatten naar boven volgens onzen maatstaf van waarde en onwaarde en wij laten zijn echte, uit het volkseigene en uit het ras voortkomende krachten onze toekomst binnen stroomen. Nadat de Rijksminister dan de VERHOUDING STAAT EN CULTUUR uiteenzet en daarbij opmerkt dat de staat de vorm is die de natie zich geeft, om zichzelf tot de hoogste macht en de in haar sluime rende krachten tot de grootste vruchtbaarheid en tot een welgeor dende inzet voor het gemeenschappelijke welzijn te brengen en dus geenszins het doel, maar een middel is, dat evenzeer voor de plooi ing der volksgemeenschap als ter beveiliging van haar voortbestaan dient, noemt spr. DRIE ARBEIDSGEBIEDEN VOOR DE CULTUURPOLITIEK VAN DEN STAAT In de eerste plaats heeft hij het cultureele leven van alles te rei nïgen, wat kennelijk ziekte of ziektekiem of reedis uitwas als gevolg der ontbinding en vernietiging van de nationale cultuur is. Deze taak der cultuurpolitiek omvat in de eerste plaats maatrege len, voor welke de voorwaarden duidelijk zijn vastgelegd door een absoluut zekere beslissing aangaande waarde en onwaarde, eigen en vreemd, gezond en ziek. Dit is overal het geval, waar zich parasieten van een vreemd ras binnen het lichaam der nationale cultuur hebben vastgezet. B.v. het bijzonder de uitschakeling der joden en der typisch joodsche cultuurproducten de eerste maatregel, welke den weg voor een posi tieve cultuurpolitiek vrijmaakt. Veel moeilijker is de vraag daar, waar het gaat om de uitschake ling van zoodanige evenzeer ontbindende, ziekelijke en vreemdsoor tige cultuurproducten, welke evenwel door hen worden voortgebracht, die tot het eigen volk behooren, maar die op een of andere wijze of te eeniger tijd door het vreemde vergif zijn geïnfecteerd, zonder dat men dit nu nog afzonderlijk kan vaststellen en bewijzen. Daar echte cultuur slechts uit den voedingsbodem van het uit het bloed ge groeide volk kan ontstaan en elke vermenging die in strijd met het ras is, ontaarding beteekent, kan ook hier geen sprake zijn van ech te cultuurgoederen. BUREAU Hippolytushoef Wieringen Telefoon Intercomm. No. 19. Bijkantoor Brugstr. 23, Middenmwr. Tel, 2S.I Evenmin als een jood, al doet hij nog eoo Duitsch of Nederlandsch, ons liggende ontwikkeling een eind gemaakt, maar zij zelf heeft een c-indpunt gevonden. Herinneren wij ons slechts die stemming, die haar uitdrukking \ond in de meening, dat wij noodlottig waren verdwaald en vastge- loopen. Die stemming van gebrek aan uitzicht op eênige gezonde verdere ontwikkeling, waarvan ten slotte de geheele Europeesche cultuur was doordrongen en welker gemeenschappelijke kenmerk een ziekelijk en nihilistisch pessimisme was geworden. Daaruit be stond slechts één uitweg de terugkeer naar den eigen aard. Met cultuurproducten, die zich eenvoudig naar de gunstig ste mogelijkheden van het heden, maar niet naar de verant woording voor de toekomst richten, die hun oorsprong in de toevallig gunstige vraag en niet in een echt beleven der nieu we cultureele wetmatigheid hebben, met een zoodanige con junctuur-cultuur zijn wij en de toekomst van het Nederland sche vol!: niet gebaat.. Evenmin als echte cultuur uit de politieke conjunctuur kan groei en, evenmin kan zij ook als het ware van boven af bevolen worden. Zij moet van onder af groeien. Deze tijd stelt zulke hoge eischen op elk gebied van den strijd om net bestaan, in de eerste plaats dus op direct politiek, op militair en op economisch gebied, hij eischt een zoo enorme inspanning van alle krachten voor deze zeer dringende taken, dat het nauwlijks denk baar is, dat ergens nog een overschot aan kracht vrij zou kunnen zijn. Dit overschot is er inderdaad. Wanneer wij het voortbestaan en zelfs de vermeerdering van ons cultureele leven ondanks den oorlog en juist in den oorlog als een kenmerk van onze kracht en van nog braak liggende krachtreserves aanmerken, dan heeft dit een goede reden. BIJZONDERE MIDDELEN. De nieuw te vormen gemeenschapsstaat moet zich met al deze rechten en plichten tot een hooger begrip van verantwoording menvattende, opgaven bezighouden. Om op het gebied van de cul tuur zijn doel te bereiken, moet hij voor beide bovenbedoelde gebie den van werkzaamheid het groeien van de cultuur uit de gemeen schap en het werken ten behoeve van de gemeenschap van bij zondere middelen gebruik maken. Deze bijzondere instellingen zijn nu ook in Nederland met de oprichting en den opbouw van de Ne derlandsche Cultuurkamer en nu met de inwijding van den Neder landschen Kultuurraad gegeven, nadat reeds eerder door de oprich ting van het departement voor Volksvoorlichting en Kunsten de voorwaarden voor het voeren van een cultuurpolitiek van staatswege werd vervuld. De Kultuurkamer is uitgerust met beschikkingsbe voegdheid en 'zelfs met een beperkte bevoegdheid om straffen op te leggen. Waar het in het geheele cultuurleven om gaat, te oor deelen over goed en slecht, over de vraag of iets al of niet waard is bevorderd te worden, kortom overal waar sprake is van een ma- teneele waardeering op het gebied van de cultuur, daar vervult de Kultuurraad zijn tweeledige functie critiek en initiatief. WAAROM EEN KULTUURRAAD Ik wil mijn uiteenzettingen niet sluiten( aldus de Rijkscommis saris, zonder nog op een vraag in te gaan, die nauw verband houdt met datgene, wat ons hier tezamen brengt De daad, die wij heden hebben verricht, komt slechts in zooverre voort uit een be lang van de bezettende overheid, als deze bij een zoo geregeld mogelijker, voortgang van het geheele leven in het bezette gebied ook onder de veranderde omstandigheden geïnteresseerd is hiertoe behoort in de eerste plaats ook het geheele cultureele leven, dat buitengewoon sterk uit het evenwicht was geraakt en derhalve een bevordering, die met veel begrip te werk moet gaan, van noode had. De diepere en verdere beteekenis van deze daad evenwel leert gij dan kennen, wanneer gij haar niet als een be stuursmaatregel der bezettende overheid beschouwt, maar indien gij mij daarnaast als den vertegenwoordiger van het Duitsche Rijk als het Germaansche kernland ziet. Als zoodanig heb ik u gezegd, dat wij u niet alleen de practische maar ook de diepere en essentieele ervaringen ter beschikking willen stellen, waarbij ik als vertegenwoordiger uitsluitend van de bezettende overheid nauwelijks een interesse zou kunnen laten gelden. Wanneer de instelling van den Nederlandschen Kuituur- Alkmaar. - Donderdagmorgen waren de voorloopige dorps- streekboerenraden van den Ne derlandschen Landstand in provincie Noord-Holland bijeen gekomen -om in tegenwoordig heid van een groot aantal Ne derlandsche, zoowel als Duitsche autoriteiten getuige te zijn van de officieele installatie van het gewest Noord Holland van den Nederlandschen Landstand. Onder de aanwezigen merkten wij ondermeer op het hoofd van den Landstand, Boerenleider Roskam, den Stafleider van dit lichaam, O. F. J. Damave en tal van autoriteiten op landbouw- en politiek gebied zoowel van Ne derlandsche als Duitsche zijde. De zaal van het gebouw „De Harmonie" was voor deze gele genheid feestelijk versierd door de vergaderingendienst van den Landstand, die hier haar nieuwe, steeds pasklare podium ten doop hield. Het woord werd o.m. gevoerd door den Boerenleider van den Landstand in Noord-Holland, J. Saai die het een voorrecht noem de, dat Noord-Holland de eerste provincie is. waar de Landstand wordt geïnstalleerd en stelde voorop, dat men om het vertrou wen als leider waardig te zijn, zelf verantwoordelijkheid moet durven nemen en „dienen" het parool moet zijn. Dit wenscht hij en eischt op dien grond, dat ook zijn medewerkers, die op hem zul len kunnen rekenen bij alle moei lijkheden, dit zullen aanvaarden. De plaats in den dorpsboerenraad is een geheel andere dan een be stuurstaak in de vroegere land bouworganisaties, waarvan spr. evenwel de bestuurders zijn er kentelijkheid betuigt over hetgeen ze in 't verleden onder de gege ven omstandigheden konden doen. Ze zijn nog in de gelegenheid aan de nieuwe boerenorde mede te werken, maar moeten spoedig een keuze doen, daar de tijd niet ver meer is, dat over de L.C.O.'s gesproken zal worden als over wijlen de L.C.O.'s. Na den gang van zaken na Mei 1940 geschetst te hebben, wijst spr. erop, dat wij, wanneer deze oorlog voorbij zal zijn, klaar moeten staan om me de te bouwen, niet alleen aan de ordening van Nederland, doch aan die van heel Europa en noemt ons landgebrek en de gevolgen daarvan afgesloofde boerenge zinnen en de trek naar de stad daar tegenover stellende, dat de Führer van het Duitsche Rijk het goed met Nederland voorheeft, hetgeen is gebleken, daar wij de eerste boeren zijn, die mede mo gen "werken aan de ontsluiting van Oost-Europa. Het zal mede de taak der dorpsboerenraden zijn, den dorpsbewoners deze noodza kelijkheid van kolonisatie bij te brengen. Nadrukkelijk stelt spr. het verschil tusschen de oude landbouworganisaties en den Landstand vast en noemt de af- deelingen van den Landstand en hun speciale zorgen. De taak van de dorpsboerenraden is werkelij ken arbeid te verrichten, om de overheid van adviezen en inlich tingen te dienen, opdat men in Den Haag op de hoogte is van de nooden en wenschen van ons boe renvolk. Spr. dringt dan aan op een hechte samenwerking met den Productiecommissaris en den Voedselcommissaris, met de Rijks consulenten, directeuren van Land en Tuinbouwscholen in Noordhol land. Stoomzuivelfabriek te Hoorn had gedurende een lange periode fles- i schen gesteriliseerde gortepap,, waarvan de inhoud hoogstens 0.9 liter was, verkocht voor de voor een volle literflesch toegestane prijs. De Inspecteur voor de Prüsbe- heersching te Amsterdam haar dit zeer zwaar aangerekend I en de N. V. een boete opgelegd van f 1600.— vermeerderd met de kos-f ten der procedure a f 80.—. - i GEMEENTE WIERINGEN. Niet de juiste maat geleverd. Een zware boete het gevolg. Amsterdam, 11 Februari. Een BEKENDMAKING. HEROPENING SCHOLEN. De Burgmeester van Wieringen. ter waarneming van de taak van Burgemeester en Wethouders, maakt bekend, dat het onderwijs aan de Cpenbare Scholen in deze gemeen te, met uitzondering van die te Oosfr Ierland, op Maandag 16 Februari a s weer zal worden herval. WieriDgen, 12 Februari 1942. De Burgemeester voornoem'1# L. C. KOLFF. De Secretari; MAASKANT L BURGERLIJKE STANf vanaf 10 Jan.—11 Febr. V Geboren: Trijntje Jannie, "h-., J G. Blom en G. A. Metselaar Albert. z.v. A. van Goor er. va; A. LJkemaFrederik, z.vVi en van G. Fijnheer Pieter Cornt lis, z.v. P. C. Luijt en van A. Kooij. Jan Wijtze, z.v. D. Vonder en van* E. RinsmaAli Jansje, d. v. H. Hillc cn van K Kaleveld Jaiv z.v. P. J. de Groot en van A. Ve* werd Miekie Harmin^, d.v. J Kooij en van C. G. tharina Nelie, d.v. N./ A. MulderGerrit, y ma en van H. Kleeft Ondertrouwd A. Veling; H. Linker en Getrouwd G. Dragtsmk"^^ C. Bakker H. Linker en H. Overleden R. van DrojjgxA $<v' jaar, echtgênboi? va.t.^edftbrgsi»-, W. Poel, 77 jaar, wecK.,.'e va:K MulderM. J. Baijs, 37 jaar, ec genoote van S. Asjes; J. Beken- dam, 66 jaar, weduwnaar eerst van T. Halfweeg, daarna van M. I Rotgans S. Klein, 90 jaar, we- duwnaar van M. Everts. LOOP DER BEVOLKING. Ingekomen A. Hoogesteger van Den HelderL. E. Blokland van Den Haag C. H. J. Bohnen van AmsterdamH. Dijkstra van Goor M. F. Snijder van Amster dam H. Hannema van Wonsera- deel W. Tijsen van Heemstede A. A. Spijkerman van Doniawer- stalJ. Klompstra van Tietjerk- steradeel L. H. Eits van Hoog- karspelJ. Doef en echfgenoote van Anna Paulowna J. T. de 'Jong van WonseradeelL. Musch van WieringermeerL. Brink en gezin van Den Helder G. Mol van Den Helder; W J. van der Heij- den van WouwS. A. Duijnker en echtgenoote van TexelA.l Willemsen en gezin van Den Hel-f" der R. Derks van Emmen. j Vertrokken H. Brons naar Dei DaagT. van Stipriaan naar Allfurf maarG. Bijlsma naar Emmer; M. Schoonbeek naar Ooststellir* *e" werf J. Kiers naar Beilen vaste Oud naar Koedijk L. Potzc- VlagtweddeA. van Tillo naar Kampen Wed. P. Kok naar Scha- gen Wed. B. Vliegenthart en ge zin naar Rotterdam M. Westra naar Kollumerland ca.C. A. van Elsas nagr Rhenen P. C. Bakker naar AalsmeerH. de Jong naar LeekG. de Leeuw naar Anna Paulowna J. Luikens naar Hen gelo Ov.S. Borst naar Anna Pau lowna A. Bakker naar Zwoller kerspel KI. van der Veen naar 1 Menaldumadeel. ONDERWIJS. De Heer C. J. Mul, ie Uitge^ is benoemd tot leeraar in handteekenen en het tec' schetsen aan de Vakteekeij d. Afd. Wieringen v. d. bevordering van het Vak j in West-Friesland. te* OV- T

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringermeerbode | 1942 | | pagina 1