jonge hennen
Nrd.-hollandsche Brandwaarborg-
maatschappij van 1816
gevestigd te Oudkarspel
Ontvangen
Inmaak-
vaatjes
Af te geven
Fa. Gebr. OUDIJK
Gebr. DE BOO
TEXACO -PRODUCTEN
OLIËN en BENZINE.
GENERATOR ANTHRAC1ET.
COOP. BOERENLEENBANK WIERINGERMEER,
BEZOEKT DE GROOTE
OPENBARE BIJEENKOMSTEN
Door onze nieuwste apparaten
te leveren.
Snoodijk's Bandenhuis
DE ONDERLINGE
BRANDWAARBORG MIJ.
„WIERINGERMEERPOLDER"
Max Blokzijl sprak over
„WE WORDEN
PRO NEDERLANDSCH."
Ik heb den laatsten tijd wel
eens gesproken over een kentering
in de stemming van onze bevol
king. Ik hou vol dat die er is. Na
tuurlijk niet overal gelijkmatig.
Dat had ik ook niet verwacht. Er
zijn zelfs nu. na alles wat er de
laatste weken gebeurd is nog Ne
derlanders, die maar koppig aan
hun haatcomplex blijven kleven
en van geen nuchtere argumenten
willen weten. Maar ze schrompe
len ineen tot een straks hoogst
onbelangrijke minderheid. Eén
ding staat echter vandaag wel
vastzeer groot is het aantal
volksgenooten bij ons, dat van al
les wat Engelsch en Amerikaansch
is, niets meer moet hebben. Het
ware een groote vergissing, te
meenen, dat deze Nederlanders nu
plotseling pro Duitsch geworden
zijn. Maar dat verlangt ook nie
mand. Ook de Duitschers verwach
ten dat niet. Die begrijpen heel
goed, hoe ontzettend moeilijk het
voor vele menschen bij ons is
twee jaren, die nu spoedig achter
ons liggen, eenvoudig uit hun ge
heugen te schrappen. Die begrij
pen best, dat het maar een betrek
kelijk klein percentage van ons
volk gegeven is, de dingen groot
te zien. en de tijdelijke onaange
name verschijnselen, die deze
revolutie en deze oorlog met zich
brengen, op zich te nemen in de
overtuiging, dat ter wille van den
wederopbouw van wat deze groote
sociale worsteling vernietigd heeft
en nog vernielen zal, eerst leed
gedragen moet worden.
Daar komt nog bij, dat we over
al om ons heen stooten op kleine
maar levensgroot lijkende gebeur
tenissen, die ons ontstemmen,
die oogenschijnlijk heelemaal niet
passen in het kader van de idea
listische beloften en verzekeringen
van een toch zoo goed bedoelde
propaganda. Wij Nederlanders zijn
door de bank geen fanatiek aan
gelegde, makkelijk mee te sleepen
massa-menschen. We hebben een
fijn gevoel voor rechtvaardigheid,
voor een eerlijk gehouden belofte
en voor sociale rechtvaardigheid.
We zijn eerlijk verbitterd geweest
over de trouweloosheid van Brit-
sche bondgenooten, die in de Mei
dagen van 1940 even ver te zoe
ken waren als in de Maartdagen
van 1942. Er is geen propaganda
voor noodig ons volk een eigen
oordeel te laten vellen, en een on
juist inzicht voor een betere mee
ning te doen plaats maken. Dat
gaat alles van zelf. We houden er
van zelf te denken, mits men ons
maar laat zien, hoe de feiten lig
gen. De winter is voorbij, het
front in het Oosten is niet terug
geweken, het zoogenaamde Brit-
sche offensief in Noord-Afrika is
doodgeloopen, de Duitsche weer
macht staat gereed om met het
bolsjewisme af te rekenen, Austra
lië roept om hulp, Londen ziet
geen uitweg meer, in Washington
begint men te begrijpen, wat oor
logvoering beteekent. Het statige
kapitalistische gebouw begint te
wankelen, en van het Nederland-
sche imperium is niets meer over
dan de herinnering.
Het is voor ons volk een.bitter
harde les geweest. Geen onverdien
de. want wij hadden verleerd, na
tionalisten te zijn, pro-Neder-
landsch te zijn. We lieten ons
maar ringelooren door volken, die
het bewijs geleverd hadden, dat de
brutalen de halve wereld hebben.
We staarden ons blind op wat van
buiten kwam, en dan liefst uit het
Westen en uit het Zuiden.
Van het Joodsche gevaar begre
pen we niet het allergeringste. Een
groot deel van ons volk begrijpt
het ook heden nog niet. En daar
om ook niet de reactie, die het
moest uitlokken daar, waar het
dreigende vormen had aangeno
men. We geloofden aan zekere
axima's, als daar zijn Nederland
met z'n groot koloniaal gebied, is
op Engeland aangewezen, de Duit
schers zijn militairisten en willen
alles annexeeren. Het groote En
geland is onze ware vriend als
Duitschland ons te lijf wil. En zoo
vegeteerden we maar rustig ver
der, streefden naar ons beetje
welstand, probeerden het o
kinderen beter te doen krijgen
dan wij zelf het gehad hadden,
waagden ons bescheiden beurs-
gokje, maakten als bruin het even
trekken kon ons zomer-vacantie-
reisje, gingen meer of minder
braaf ter kerke, lazen ons krantje,
deden een beetje aan weldadig- j
heid, zonder ons al te zeer in het
lot van onze misdeelde broeders,
en zusters te verdiepen, en lieten
voor het overige Gods water over
Gods akker loopen. Wij, dat wil
zeggen, de werk en winst genie
tenden onder ons. Want er was
en bleef ook steeds 'n grootere
groep maatschappelijke misdeel-
den, van wie waarlijk geen natio
nalisme verwacht mocht worden.
En er bleef een andere groep, die
der internationalisten, die eerst
door een moeras van teleurstellin
gen moest waden om door scha
de een ideetje wijzer te worden.
Maar wie dacht aan het vader
land, wie werkte en zwoegde
voor het geheele volk, wie begreep
wat volkskracht beteekende, wie
durfde in de toekomst te zien
Wie waarschuwde, wie was waar
lijk pro Nederlandsch Ach, het
waren er zoo bitter weinigen.
Om pro-Nederlandsch te wor
den, als massa, moest eerst het
groote leed, de groote beproeving
over ons komen. Me dunkt, die is
er nu. Ons geheele Rijksgebied is
door vreemde weermachten bezet
Niemand van ons weet, hoe Ne
derland er over een, twee, vijf ja
ren zal uitzien. De groote onzeker
heid is er. En daarmede het groo
te gevaar, dat wij het juiste
oogenblik om aan te pakken, niet
zullen waarnemen. Het is de al
lerhoogste tijd om pro-Neder
landsch te worden. Het is twee
minuten voor twaalf.
Nu zullen er weer onder U zijn,
die vragen wat bedoelt hij al
weer daarmee Ik kan het U
niet als een lesje gaan uitleggen.
U moet het tot een eigen overtui
ging zien te bengen. Dan zult U
zien, dat alles ineens heel erg dui
delijk is. Het is zoo verbijsterend
eenvoudig, als alles, wat waar is.
Maar ik weet wel, het is juist
daarom vaak zoo moeilijk, om
zich ervan bewust te worden. Er
is moed voor noodig, want
moeten er 't een en ander voor
overboord gooien, waaraan
mischien erg gehecht waren, en
dat we gisteren nog voor de hoog
ste wijsheid hielden. We moesten
den niet geringen moed hebben
te bekennen, dat we ons vergist
hebben.
De meesten van ons, Nederlan
ders, hebben zich om de zooge
naamde politiek nooit veel be
kommerd. Het ging zeer velen
van ons niet slecht, enkelen zelfs
meer dan goed, en zij, die het
heelemaal niet goed ging, stoor
den onze rust weinig. Daar wa
ren de duizenden weldadigheids-
comité's voor, die er voor zorg
den, dat net genoeg bijeen kwam
en net voldoende daavan over
bleef. om ons die griezelige hon-
ger-opstootjes (en ongeregeldhe
den te besparen. Het was een
groot geluk, om in Nederland te
mogen leven. Dat we aan het weg
glijden waren, wisten maar wei
nigen. Dat we als natie de
grootst 'mogelijke stommiteiten
uithaalden, wat onze verhouding
tot het buitenland betrof, wisten
maar hoogst enkele ingewijden.
Onze pers lichtte ons zoo geraffi
need verkeerd voor, dat wc wel
„moesten" indutten, en als
ons de oogen uitwreven, merkten
we niet eens, dat we met z'n al
len meegieden naar het onvermij
delijke conflict. We zaten geza
pig op een overgeërfd bezit, wa
ren er ons hier niet wel van be
wust, dat we het niet konden ver
dedigen, noch behoorlijk ontgin
nen. Maar we lieten er ons ver
der niets aan gelegen liggen. Het
was altijd zoo goed gegaan,
het bracht rijkdom. Dat het ons
niet zou worden afgenomen, daar
zorgde de onderlinge naijver van
drie sterke mogendheden immers
wel voor. Het beruchte en beroem
de „evenwicht der machten."
Groot-Brittannië en de Nieuwe
Wereld waren zoo rijk, en we wa
ren gewend, in goud te denken,
en helaas niet in volkskracht en
arbeidsprestatie. En dan hadden
we nog onze onvergetelijke Staats
lieden, onze knappe specialisten,
onze koelberekende diplomaten,
onze super Nederlanders, die er
voor zorgden, dat we weer rustig
konden inslapen.
Nu is de tweede wereldoorlog
gekomen, de uitslaande brand in
een smeulende revolutie. En nu
wordt de situatie langzamerhand
duidelijk, dat we ons vergist heb
ben. Ons bezit „was" niet naar
alle kanten geassureerd. We ke
ken alleen naar de rijken en niet
naar de sterken.
We hebben niets gedaan, en al
les verzuimd, om de bakens te
verzetten, toen het getij verloo-
pen was. We hebben géén knap
pe diplomaten gehad en géén
vooruiziende staatslieden. De
weinige waarschuwende stemmen
hebben we niet willen hooren.
Het was een goedkoop genoegen,
ze uit te lachen, te hoonen en als
verraders te brandmerken, die
roependen in de woestijn.
Als goede Nederlanders hebben
we altijd voor het goedkoope ge
voeld. Nu gaat het ijs kruien, de
laatste vuile sneeuwhoopen sm«-\ÉeV{
ten weg, het voorjaar komt,
daarmee het oogenblik, waarop
we," als volk, ongelijk moeten
gaan bekennen. Of, als U dat aan
genamer in de ooren klinkt
moeten gaan inzien, dat onze
vroegere volksleiders en niet wij
als volk het bij het verkeerde eind
hebben gehad. Maar wij waren
er niet voor die regeerders, ze wa
ren er voor ons. Nu ze met al hun
kapitale fouten als 't ware naakt
voor ons staan, hebben we het
recht, ons van hen af te wen
den. Ook van de hoogstgeplaat-
sten onder hen.
Geslachten en tradities mogen
naar links en naar rechts af
gaan het volk blijft ten too-
neele, het volk wil leven. Daar
om is het oogenblik gekomen om
pro-Nederlandsch te zijn, in vol
bewustzijn. Nationalistisch, gelijk
elk volk behoort te zijn, dat nog
een knip voor den neus waard is.
Om éénheid gaat het vai
en het ware een misdaad jegens
de geheele volksgemeenschap, dit
oogenblik onbenut te laten voor
bijgaan. Onze natuurlijke leiders
zijn nu de waarschuwers van
gisteren. We moeten dat willen
begrijpen, en alles van ons trach
ten af te zetten, wat hinderlijk
kan zijn om die overtuiging deel
achtig te worden. Ik wéét het,
dat er veel is, waar we meenen
„niet overheen te kunnen' ko
men' In stapels brieven heeft
men mij bezwaren geschreven, en
er is veel bij, wat in z'n klein
heid wel steekhoudend is Maar
dan ook „in z'n kleinheid
Honderdmaal wordt herhaald
„dat vergeten we nooit" of „da
is toch niet behoorlijk" of
„noemt U dat de nieuwe orde?"
of „is die man of die vrouw
wat U ons te bieden heeft
Ik begrijp, dat er onder ons
zijn, die dit of dat nog nier ver
geten kunnen. Maar het gaat ten
slotte altijd weer om dingen, die
men morgen toch weer vergeten
zal. Het leven gaat door. Nieuwe
geslachten volgen ons op.
De groote belangen, i daar
hoort het in critieke tijden om te
gaan. Er kunnen honderd jar*en
voorbijgaan, zonder dat we ons
volksbestaan bewust worden. Dan
komt er ineens een schok, en wc
zien, dat we niet alléén zijn als
volk, dat het een misdaad is^ al
leen maar aan het eigen klein ge
luk te denken, dat recht en on
recht niet bij staatsgrenzen op
houden en dat een nieuwe tijd ook
aan ons andere eischen stelt. Zij
die men met een strafwaardige
bekrompenheid landverraders
heeft durven noemen, hebben
dat tijdig begrepen.
Om te verhinderen dat de slech
te regeerders het volk van Neder
land naar den afgrond trokken,
daarvoor was hun aantal te klein
en hun macht te gering en de
hun geschonken tijd veel te kort.
Maar om hun vertrouwen te ge
ven, dat de besten onder hen meer
dan verdiend hebben, daarvoor is
het nog net tijd genoeg. Ik meen
mij niet te vergissen als ik in dit
verband van een kentering durf
te spreken. Een kentering, die van
onverschillig voortlevende volks
genooten bewuste pro-Nederlan
ders wil maken.
Pro Nederlandsch zijn, betee
kent in te zien, waar onze toe
komst ligt, en waar nog werkelij
ke vrienden te vinden zijn. Zon
der vrienden zal het niet gaan,
voor onze negen millioen op een
al te klein plekje aarde. Daar,
waar men ons voorloog, dat ze za
ten, zitten ze niet. Of we, als volks
geheel, heusche vrienden zullen
vinden Ik voor mij ben er ze
ker van. De tijd zal vele wonden
heelen. Haast hebben we echter
met dat ééne noodige terugkeer
van het vertrouwen in elkander,
nu we in den nood zoozeer op el
kaar zijn aangewezen, en de moe
digsten onder ons bewezen heb
ben, dat ze in den zwaarsten tij dj
voor ons alleen het zwaarste op
zich willen nemen. Het gaat om
de eenige kans, die ons gelaten
wordt. Het gaat niet om gelijk
hebben in bijzaken, niet om groeps
belangen, maar om niets minder
dan om Nederland.
"RAND-, INBRAAK-, BEDRIJFS-, ONGEVALLEN-, STORM-, RIJWIEL-, GLAS-,
7^ ALLE GEVAREN-POLIS
DIRECTIE Mr, C. P. EECEN Gzn.
IEDEREN WOENSDAG OP DE BEURS TE MIDDENMEER.
Sluit ook Oorlogsschadeverzekering bij de Onderlinge OorlogsVerzekerlng-
Maatschappij te 's Gravenhage. Totaal der verzekerde som pl.m. f 4.500.000.000.—
- DE GROOTSTE VERZEKERAAR IN DE WIERINGERMEER.
een groote partij
in verschillende maten.
M. GEERTSMA,
Sternstraat Wieringerwerf.
Telefoon 10,
Gele Eerstelingen,
Alpha, B. en N. klasse.
Furore, B klasse.
Bintje, A. en B. klasse.
Ie nab.
ABED KENYA ZOMERGERST.
Ie en 2e nab.
MANSHOLT GEKR. GR. ERWTEN.
Ongek. Mansholt van Hoek
en Blanca Zomertarwe.
met N.A.K.-plombe.
Selectiebedrijf
ZADENVRIEND,
Telet 21, WIERINGERWERF.
Zaadteelt Zaadhandel
WADDINXVEEN.
GRANEN,
KLAVER
GRAS-
BIETEN-
Vert. B. Biesheuvel Pz.
Molenweg 33 Rijk Haarl.-meer.
TE KOOP
EEN NIEUWE HAARDKACHEL.
Te bevragen Haukes 39,
Wieringen.
SPANNENDE ROMANS
De Verborgenheden van Parijs
Eugène Sue f 3.05
Wij Beiden, Edna Lyall 1.85
Donovan, 1.85
De Oude Pelgrim, Walter Scott 2.10
De Zeeroover, Walter Scott 2.10
Het Kasteel Kenilworth
Walter Scott 2.10
Ivanhoe, Walter Scott 2.10
Quaede Foelck, S. Bartst-ra 2.10
BOSKERS BOEKHANDEL,
H.-hoef Middenmeer.
Poststraat 8, Middenmeer
TELEFOON 50.
Telefoon 32, gevestigd te Middenmeer, Brugstraat 42.
Postgiro 254466.
Aangesloten bij de „COÖPERATIEVE CENTR. RAIFFEISEN-BANK"
TE UTRECHT.
Het kantoor te MIDDENMEER is open
's MAANDAGS voormiddags van 9.30—12 uur nam. van 1.30—5 uur.
"s DINSDAGS voormiddags van 9.30—12 uur nam. van 1.30—5 uur.
's WOENSDAGS van voorraiddags 9 tot namiddags 5 uur.
's DONDERDAGS voorm. van 9.30—12 uurnam. van 1.30—5 uur.
's Vrijdags voormiddags van 9.30—12 uur nam. van 1.30—5 uur.
's ZATERDAGS voormiddags van 9—12 uur.
RENTEVOET voor SPAARGELDEN tot een bedrag van f 5000.per
persoon of gezin 2 3/4 voor 1 jaar vast 3% tot een maximum van
f 3000.— per persoon of gezin alléén in te gaan bij het begin van
liet jaar dit mag boven het gestelde maximum geplaatst worden
Spaargelden boven f 5000.— 1 voor CREDITRENTE in loopende
rekening voor leden als regel tot een bedrag van f 5000.2
daarboven 1% voor niet-leden l'/a en Va% voor DEBETRENTE
zoowel bij voorschotten als loopende rekening 3 3/4
De Bank belast zich verder met alle bankzaken als aan- en ver
koop van effecten, inwisseling van coupons, vreemd geld enz.;
Spaarbusjes worden kosteloos verstrekt. Safe-loketten te huur a f 5.-
per jaar en f 1.— per maand.
op ZATERDAG 28 EN ZONDAG 29 MAART a.s. te HIPPOLYTUSHOEF
in de bovenzaal van VEERDIG.
SPREKERS DE EVANGELISTEN
J. KITS, van ZEIST en K. ROZENDAL van DEN HAAG.
met medewerking van den Heer O. DEEN van Hippolytushoef.
Onderwerp „DE WEG TOT HET WARE GELUK."
PROGRAMMAZaterdag 28 Maart halfacht OPENINGSSAMEN
KOMST Zondag 29 Maart 3 uur SAMENKOMST.
Nam. 5 uur GEMEENSCHAPPELIJKE KOFFIETAFEL.
7.30 uur Groote Algemeene Slotsamenkomst.
De toegang tot alle Samenkomsten is vrij. Allen hartelijk welkom
DEKKER S HOENDERBEDRIJF TE WIJDENES, D 32, heeft
ongeveer half Juli een beperkt aantal
CW.L.J
af te geven op voorwaarden der Centrale. Bestellingen wor
den in volgorde uitgevoerd.
ZIJN WIJ THANS IN STAAT
PRIMA VULCANISEERWERK
Dus nu met uw slechte banden naar
HIPPOLYTUSHOEF
WIERINGEN.
De gemaakte winsten komen volledig de leden ten goede, zoodat
alleen de kosten betaald worden.
Bij een toch al LAGE PREMIE werd aan winst op naam van de
leden geboektt.
in
1937 f 0.50
per
mille,
in
1938 f 0.30
ff
in
1939 f 0.20
ft
in
1940 f 0.40
ff
ft
in
1941 f 0.35
ff
ft
Vraagt nadere inlichtingen bij den Administrateur, de heer R. J.
RIDDER TE MIDDENMEER en geeft hem de vervaldatum van Uw
bestaande verzekering op.
Het Bestuur,
E. BRUINS, Voorzitter.
Th. J. v. VBO TEN, Saoretaris,